hoofdstuk 3 - paragraaf 1

hoofdstuk 3 - paragraaf 1

wie beslisten samen over belangerijke zaken = mannen met burgerrecht
wie mochten niet meebeslissen = vrouwen, vrije mensen zonder het burgerrecht en slaven
wat offerden de Grieken voor de tempels om de goden gunstig te stemmen = wijn en dieren
waar stond de mooiste tempel = op de Akropolis
van wie was die mooiste tempel = van Pallas Athena
wie was Pallas Athena = godin van de wijsheid en dapperheid en beschermgodin van de stad
wie was de oppergod van het stadje Olympia = Zeus
wat vonden de Grieken belangerijk = sport
wie kregen ook lichamelijke oefening in een sportschool = jongens van rijke families
welke geleerden deden al aan wiskunde en natuurkunde = Archimedes en Pythagoras
welk taal spraken ze in Griekeland = Grieks
waar waren de Grieken trots op = op hun dichters en geleerden
waar stichten de Grieken kleine nederzettingen = aan de kusten van Zuid-Italië en Turkije